Hoe de tax shelter werkt
October 24, 2022

Hoe de tax shelter werkt

Wilt u profiteren van belastingoptimalisatie door een deel van uw belastingen te gebruiken? Wilt u een nuttige investering doen die de hele culturele industrie van uw land een impuls geeft en banen creëert? De Tax Shelter is voor jou! Dit artikel geeft u een concreet beeld van hoe de Tax Shelter werkt, vanuit het standpunt van een onderneming, maar ook vanuit het standpunt van de culturele sector en de staat.
  1. De Tax Shelter: Belgische vennootschappen
  2. De tax shelter: de audiovisuele sector
  3. De Tax Shelter: de kunst- en entertainmentsector
  4. De tax shelter: voordelen voor de staat en de culturele sector

Tax Shelter voor Belgische bedrijven:

Om uit te leggen hoe een Tax Shelter-operatie werkt, stellen wij voor een concreet geval te bestuderen.Allereerst kunnen ondernemingen dankzij een Tax Shelter-investering profiteren van een aanzienlijke belastingvrijstelling. Deze vrijstelling bedraagt 421% van de in audiovisuele producties geïnvesteerde bedragen. Deze belastingvermindering is echter beperkt tot 50% van de belastbare winst van de onderneming. En er is een plafond dat niet mag worden overschreden: 2.000.000 euro (EI 2022) belastingvrijstelling per belastbaar tijdperk.

Vervolgens moet een Tax Shelter-investering minimaal 3.000 euro bedragen met een maximum van 475.059 euro (EI 2022).Laten we het voorbeeld nemen van een investerende onderneming, belast tegen het vennootschapsbelastingtarief van 25%. We vergelijken nu zijn belastingjaar met en zonder investering.Zonder investering Tax ShelterLaten we uitgaan van een belastbare grondslag van 1.500.000 euro. Zij zal dus €375.000 (25% x €1.500.000) moeten betalen om haar ISOC te vereffenen.

Met Tax Shelter investeringDoor te besluiten €100.000 in Tax Shelter te investeren in een audiovisuele of podiumkunstproductie, zal zij kunnen profiteren van een belastingvrijstelling van €421.000 (421% x €100.000). Dit geeft haar een nieuwe belastbare grondslag voor haar toekomstige belastingaangifte: €1.079.000 (€1.500.000 - €421.000). Het bedrag dat zij aan vennootschapsbelasting zal moeten betalen is €269.750 (25% x €1.079.000) in plaats van €375.000, wat een belastingvoordeel van €105.250 betekent. Dit is het verschil tussen de vennootschapsbelasting die zij zonder haar investering had moeten betalen en de vennootschapsbelasting na haar voorlopige vrijstelling: (25% x € 1.500.000 = € 375.000) - (25% x € 1.079.000) = € 105.250.Dit is een rendement van 5,25%, wat neerkomt op € 5.250 (5,25% x € 100.000).

Dankzij het Tax Shelter-mechanisme kunt u bovendien profiteren van een aanvullende premie met een bruto financieel rendement van 6,02%. Deze bonus is belastbaar als inkomen, tegen een tarief van 25%, d.w.z. een netto financieel rendement van 4,51% (6,02%-(25% x 6,02%)). In het geval van onze vennootschap levert dit een brutopremie op van € 6.018 (6,02% x € 100.000). De netto-opbrengst van de aanvullende premie bedraagt € 4513,50. De totale netto-opbrengst van de Tax Shelter-operatie bedraagt dus € 9763,50, ofwel 9,76%.

De belastingschuilplaats voor de audiovisuele sector:

In het begin van de jaren negentig had de filmindustrie van het land te kampen met verschillende problemen:

- Een probleem van onderfinanciering en rentabiliteit. Met de communautaire steun en de regionale fondsen voor de economische ontwikkeling van deze sector konden de ambities van die tijd namelijk niet worden waargemaakt.
- Een voorkeur van het publiek voor buitenlandse films en een gebrek aan bekendheid en imago van nationale films.

Paradoxaal genoeg kreeg ook de Belgische film een nieuwe impuls. Paradoxaal genoeg kreeg de Belgische Franstalige filmindustrie vanaf deze periode internationale erkenning. De film "C'est arrivé près de chez vous", uitgebracht in 1992, was een internationaal succes.

Geproduceerd en geregisseerd met zeer beperkte middelen, hielp deze film om het talent van de Belgische film aan de wereld te tonen. Destijds was het de documentaire film die de weg wees naar de traditionele film door met beperkte middelen veeleisende projecten te produceren. De kracht van de filmmakers was niet alleen om films te maken, maar om zelf de middelen te ontwikkelen om hun werk te produceren. Dit is een van de bijzonderheden en een van de grote keerpunten in de Belgische filmgeschiedenis.

De Belgische film deed het goed en won zelfs prestigieuze prijzen. Rosetta van de gebroeders Dardenne won in 1999 de Palme d'Or, die unaniem werd toegekend.

Begin jaren 2000 werd de reputatie van de Belgische film al bevestigd: de gebroeders Dardenne, Chantal Ackerman, Jaco van Dormael en Benoit Mariage behoorden tot de belangrijkste regisseurs op de grote internationale festivals.

Deze beweging wordt ook gekenmerkt door de ontwikkeling van nieuwe financieringswijzen voor de Belgische filmindustrie. Om dit budget te verhogen, werd een eerste oplossing gevonden: coproduceren van films met de Franstalige buurlanden, met Frankrijk als eerste partner. Maar dit brengt hoge kosten met zich mee. In ruil voor hun financiering stellen Franse producenten en financiers beperkende voorwaarden. Niet alleen werden Belgische producenten en regisseurs gedwongen om acteurs te kiezen, maar ze moesten ook een groot deel van de distributierechten en dus de in Frankrijk en internationaal gemaakte inkomsten opgeven.

In die periode draaide de Belgische bioscoop met verlies. Om deze drastische voorwaarden van buitenlandse investeerders te vermijden, werd in 2003 de Tax Shelter in het leven geroepen. Het idee was om meer financiering te vinden en zelfstandig films, series en documentaires te produceren. Voor de Belgische audiovisuele industrie is de Tax Shelter vandaag de belangrijkste geldschieter.

Het heeft een dubbel voordeel voor België: een economische hefboom voor de audiovisuele industrie, maar ook de promotie van Belgisch talent en creativiteit op nationaal en internationaal niveau. Vandaag, enkele weken voor het Filmfestival van Cannes 2022, zitten twee Belgische films in de officiële selectie en zijn gefinancierd door de Tax Shelter, wat de noodzaak van dit mechanisme voor de Belgische film- en cultuurindustrie bevestigt.

De belastingvrijstelling voor de kunst- en podiumsector:

Op verzoek van vele culturele actoren in België buiten de audiovisuele sector werd de Tax Shelter begin 2017 uitgebreid tot de podiumkunsten. Deze maatregel omvat nu naast audiovisuele werken elke "originele toneelproductie". Dit betekent dat theatergezelschappen, dansgezelschappen, filharmonische orkesten, opera's enz. nu van de Tax Shelter kunnen profiteren.

De maatregel vond gretig aftrek en vele projecten konden ervan profiteren. Begin 2018 is een eerste balans opgemaakt: de autoriteiten hebben de aanvraag van bijna 300 projecten voor particuliere investeringen goedgekeurd, voor een bedrag van ongeveer 43 miljoen euro.

De Tax Shelter voor de staat en de culturele sector :

De Tax Shelter biedt een rechtstreeks voordeel voor de ontwikkeling van de Belgische film-, audiovisuele en podiumkunstenindustrie. Indirect is het ook een voordeel voor de Belgische Staat, die het aan de ondernemingen toegekende belastingvoordeel recupereert in de vorm van aan de productiekosten gekoppelde belastingen. Deze maatregel schept ook banen. Dankzij de miljoenen euro's die in de culturele industrie worden geïnvesteerd, worden de werkgelegenheid gecreëerd en behouden. Het hele Belgische culturele weefsel wordt dus ondersteund en gedragen door de spin-offs van dit financiële product.

Tax Shelter-investeringen dekken de productiekosten van de werken. Met name: opnamekosten, vervaardiging van decors, kostuums en accessoires, postproductie, speciale effecten, regie, enz. Talrijke beroepen in de sector worden dus rechtstreeks door deze regeling gesteund.

De bedrijven die investeren nemen niet alleen deel aan de ontwikkeling van het sociale en culturele weefsel van hun land, maar genieten ook aanzienlijke belastingvoordelen.

Enkele cijfers:

In 2022 bedraagt de voorlopige belastingvrijstelling 421% van de daadwerkelijk in audiovisuele producten geïnvesteerde bedragen en is het potentiële nettorendement van een dergelijke operatie wettelijk vastgesteld op 9,76%.

Sinds de invoering van de Tax Shelter en tot 2014 zijn bijna 780 audiovisuele projecten gefinancierd met een totale investering van 776 242 000 euro.

Als we alleen speelfilms bekijken, zijn in dezelfde periode bijna 530 projecten gefinancierd met een totale investering van 656 590 000 euro.

Continue reading